Eindelijk. Een Duitse Band of Brothers. Zo begon ik aan de miniserie Unsere Mütter, unsere Väter. De serie loste meer dan de verwachtingen in.
De Duitse serie vertelt het verhaal van vijf hartsvrienden, die allen de oorlog op een andere manier beleven. Pacifist Friedhelm gaat in 1941 samen met zijn heldhaftige broer Wilhelm naar het oostfront. In hun zog vertrekt Charlotte als verpleegster. De ambitieuze Greta blijft achter met de joodse Viktor, waarmee zij tegen de rassenwetten in een relatie had. Op de avond voor het vertrek van de drie spreken ze af om tegen kerstmis opnieuw af te spreken in Berlijn.
Waar Band of Brothers soms nog te veel heldenverering op z’n hollywoodiaans is, is Unsere Mütter, unsere Väter veel eerlijker. Het gaat geen taboes uit de weg: het toont de haat, de massamoorden, de echte nazi’s, de idealistische soldaten, … We krijgen ook de lelijkste kant van de oorlog te zien, die van de daders, iets wat ik ook zag in The Pacific. Het is fictie en daarom hebben sommigen kritiek op het soms wel erg toevallige plot, waarbij de vijf protagonisten elkaar plots tegenkomen. Daarmee ben ik het niet eens: het mag een verhaal blijven.
De serie is een absolutie must-see. Mijn enig puntje van kritiek – jullie horen mij al komen: ik vond het te exclusief een militair verhaal: amper iets over het dagelijkse oorlogsleven, geen bombardementen, waar zijn de bezettingen en het westfront, … De makers willen het verhaal van een generatie vertellen, maar het is eerder het verhaal van het front. Tijd voor een deel 2?
Meer info? VPRO-recensie, recensie van collega Elmer den Brader.
